ij, kleine dappere man van 7. Een paar maanden geleden schreef ik over jou in mijn blog:De kracht van het aanraken reflexintegratie-en het luisteren naar de taal van het kinderlichaam
Inmiddels is er zoveel gebeurd.
Waar je eerst alles gelaten op je af liet komen. Vriendelijk was voor iedereen. Alles goed leek te vinden en gezelligheid bracht. Wat is er veel veranderd.
Na een paar dagen krijg ik bericht van je ouders. Je slaapt. Waar je eerst uren wakker lag en pas in slaap kon vallen als je ouders ook boven kwamen slaap je nu direct in. En je slaapt door. In je eigen bed, op je eigen kamer.
Later stuurde je moeder een bericht. Je bent boos geworden. Op opa en oma. Niet langer doe je net alsof je alles maar goed vindt. Beetje bij beetje gaat je masker af en laat je zien wat je diep vanbinnen voelt. Thuis, op school, bij vriendjes, en je gaat vertellen.
Vertellen dat je zin hebt om de reis naar China te maken. Vertellen dat je het fijn vindt om je verzorgster terug te zien die als een moeder voor jou gezorgd heeft. Ook vertel je dat je je zorgen maakt. Stel dat je het fijn vindt in China, stel dat je je verzorgster net zo lief vindt als je mama hier: voor wie moet je dan kiezen?
Beetje bij beetje krijgen je ouders inzicht in dat wat er in je hoofd speelt. Over hoe spannend het is om weer naar het verzorgingstehuis te gaan. Hoe graag je terug wilt naar de plek waar men jou als baby heeft gevonden. Hoe veel zorgen je je maakt om je ‘geboorte-mama’. Dat het niet fijn voelt in je buik en hoofd, maar niet goed weet waarom.
Dan stuurt je moeder mij een foto. Daar sta je. Ergens in China. Handen in je zakken. Schouders opgetrokken tot aan je oren.
Minutenlang staar je naar de plek, een plantsoentje op een druk plein, waar jij gevonden bent. Je zegt niks, beweegt niet. Tot je uiteindelijk breekt. Wat komt er veel los. De vertwijfeling, het gevoel van afwijzing en de grote vraag: Waarom?
De volgend foto, een dag later. Kippenvel.
Een stralend kind in een pretpark in China. Ik heb je nog nooit zo ontspannen gezien.