Elke volwassene weet hoe inspirerend groepsgesprekken kunnen zijn. Samen plannen maken, dingen voor je zien en bedenken hoe het is als het plan klaar is, zorgen voor heel veel energie. Iedereen bruist en heeft er zin in. Door een plan te visualiseren (in te beelden) en te voelen en te bedenken hoe het is als het plan klaar is, wordt een doel eerder gehaald.
Kinderen kunnen dit nog beter dan volwassenen. Daarom kan het werken met verbeeldingskracht juist voor hen een krachtige manier zijn om zelf problemen op te lossen, en veel energie en zelfvertrouwen geven. Op deze manier krijgen zij de controle over zichzelf en zorgen ze voor positieve gedachten in hun hoofd. Het verhaal van Roel is daar een mooi voorbeeld van.
Roel is vijf jaar en zit in groep 2. Naar school gaan vindt hij niet echt leuk. De drukte in de klas, het moeten blijven zitten op een stoeltje tijdens een kringgesprek en kinderen die niet altijd lieve dingen zeggen: het valt hem niet altijd mee. Zijn vader vertelt dat Roel regelmatig klaagt over buikpijn en hoofdpijn, dat hij moe is en slecht inslaapt. De huisarts kan geen oorzaak vinden. Daarom bezoekt Roel de praktijk.
Wanneer ik aan Roel vraag wat er aan de hand is, zegt hij dat hij ’s ochtends wakker wordt met een zonnetje in zijn buik maar dat dit zonnetje verdwijnt wanneer hij in de klas zit. Dan komt er een donderwolk voor in de plaats. Op mijn vraag wat er moet gebeuren om de donderwolk niet in zijn buik te laten komen, zegt hij dat er een machine moet komen die de zon kan bewaken. ‘Regel het maar,’ zeg ik en daarna gaat Roel helemaal ‘los’. Hij bouwt met laserguns stellages om zijn lichaam die de wolken kunnen laten vervagen, hij bouwt alarmsystemen en uiteindelijk zet hij de zon in zijn buik vast met kettingen zodat hij zeker weet dat die nooit meer weg kan gaan. Stralend stapt Roel van de behandelbank af.
We spreken af dat Roel elke ochtend voor hij naar school gaat even checkt of alle voorzorgsmaatregelen om de zon te bewaken nog in orde zijn. Als dit niet zo blijkt te zijn moet Roel van mij nog even de tijd nemen om het te repareren.
Na drie weken belt zijn vader op dat er iets heel wonderlijks is gebeurd. Roel komt veel blijer uit school en lijkt minder moe. Een paar keer dreigde er even een terugval maar dat heeft Roel uiteindelijk zelf kunnen oplossen door met de lasergun alles weg te schieten wat niet in zijn buik thuishoorde.
Oefening voor kinderen: wat kun je visualiseren?
Een piramide
De oude Egyptenaren geloofden dat piramides je heel veel kracht gaven en je beschermden. Dit kwam door de vorm van de piramide. Als je je niet prettig voelt, kun je je dus inbeelden dat je in een piramide zit. De muren zijn heel dik. Ze beschermen je tegen alles om je heen.
Als je voelt dat je last hebt van alles om je heen kun je deze visualisatie heel snel doen. Dat zal niet gelijk gaan. Maar na een paar keer oefenen gaat het beter en beter.
Neem een paar minuten de tijd voor jezelf. Misschien kun je doen of je moet plassen. Dan heb je even een privémoment op de wc. Als je thuis bent kun je even naar je kamer gaan. Adem rustig en heel diep in en uit door je buik. Bedenk dan dat je midden in de piramide kruipt. Geef de piramide een kleur die jij veilig en prettig vindt. Als je muren niet fijn vindt, kun je ook een piramide van glas bedenken. De ramen beschermen jou ook. Niets kan je meer raken.
Een ridder of prinses in een kasteel
In plaats van een piramide kun je je natuurlijk ook inbeelden dat je een ridder bent in een kasteel. De dikke kasteelmuren, je stevige harnas en de slotgracht om het kasteel beschermen jou tegen alles om je heen. Of misschien ben je wel een prinses die beschermd wordt door die stoere ridders. Niets kan jou nog gebeuren.
Een kleurtje
Een andere manier om je te beschermen is jezelf in ‘net alsof’-kleurtjes te wikkelen. Neem even de tijd voor jezelf. Adem heel rustig en diep in en uit door je buik. Stel je voor dat je een rol wc-papier in je handen hebt. Geef deze rol in gedachten jouw lievelingskleur. De kleur die je rust geeft en je beschermt. Rol het ‘net alsof’-papier in gedachten om je hoofd, je schouders, je buik, je rug, je billen, je benen en je voeten. Doe het niet te strak tegen je lijf aan. Zorg dat je je armen en benen nog kunt bewegen.
De kleur beschermt jou nu. Niets kan je meer raken.
uit: Opgroeien in evenwicht, 2014,SWP Amsterdam, Carla van Wensen