De spieren vertellen het verhaal: over Jesse en zijn niet begrepen buikpijnklachten

Uit de praktijk:

Deze week kwam Jesse (10) bij mij. Hij klaagt al jaren over buikpijn. Elke ochtend en soms ook s avonds heeft hij er last van. Het poepen gaat gewoon goed, eten lukt ook. Daar ligt het volgens Jesse niet aan. Hij heeft gewoon kramp, zodanig veel kramp dat hij dan het liefst met een kruik in bed gaat liggen.

Jesse vertelt dat zijn buikpijn is begonnen rond zijn zevende jaar. Hij is onderzocht door een kinderarts, heeft een endoscopie gehad en een regulier allergieonderzoek waar geen klinische oorzaken zijn gevonden. Vervolgens heeft hij een programma gevolgd via een poep en plaspoli en volgt hij een dieet (gluten en koemelk vrij) naar aanleiding van een verdenking van Candida. (Candida is een schimmel in de darmen) De buikpijn lijkt soms minder, maar weg is het zeker niet.

Jesse ’s ouders hebben nooit samengewoond. Jesse woont bij zijn moeder en gaat twee dagen per week en één weekend per maand naar zijn vader. Bij zijn vader (en zijn nieuwe vrouw) heeft hij een broer (20) en een zus (24).

‘Jesse, wat is je wens? Wat kunnen wij hier samen voor jou kunnen doen?’ vraag ik.  ‘Dat ik geen buikpijn meer heb’, zegt Jesse. ‘Oke, lets go’ en samen gaan we aan de slag.

Jesse gaat op de behandelbank liggen en ik vraag hem zijn duim en wijsvinger tegen elkaar te plaatsen en vast te houden. Ik leg Jesse uit dat we aan het werk gaan met de spierkracht tussen zijn duim en wijsvinger om te ontdekken wat er mis gaat, en wat hij nodig heeft om zich beter te voelen. ‘Weet je dat onze spieren heel slim zijn en alles van ons weten? Veel meer dan wijzelf weten? ‘Uhh nee’, zegt Jesse en hij kijkt mij met zijn grote blauwe ogen nieuwsgierig aan. ‘Wanneer je iets doet dat bij je past en goed voor je is, of wanneer je je prettig voelt blijven je spieren ijzersterk. Dan krijg ik jouw duim en wijsvinger niet uit elkaar.  Als je iets meemaakt dat niet leuk is, of wanneer je ergens pijn hebt, zullen je spieren dat vertellen doordat ze zwak worden.’ Eerst doen we een paar testjes om te ervaren hoe het werkt. ‘Hoe kan dit?’ roept Jesse en hij gaat steeds harder knijpen als zijn spieren dreigen te verzwakken. We krijgen er de slappe lach van, er is verbinding: we kunnen echt beginnen.

‘Waar zit de pijn precies?’ Terwijl ik één hand van Jesse vast heb om te testen, plaatst Jesse zijn vrije hand op verschillende plekken op zijn buik. Net zolang tot de spiertest een verzwakking geeft: dat is het pijnpunt, vanuit hier gaan we aan de slag. Uitgevraagd wordt onder andere of er sprake is van een allergie, een darm (of andere orgaan) problematiek, spier-bewegingsapparaat of het iets in aanleg is of verworven. Bij Jesse komt naar voren dat er sprake is van een emotionele blokkade. Ik leg Jesse uit dat ons lijf seintjes geeft als er nare gevoelens in de weg zitten. Soms zitten deze gevoelens zo ver weggestopt in ons lijf dat we niet eens weten dat ze er zijn. Ze zitten verstopt in een kast in je hersenen of diep weggestopt in je buik. Via pijntjes, of bijvoorbeeld kriebels op je huid laat je lijf dan merken dat je hulp nodig hebt of tijd voor jezelf moet nemen om weer blij en ontspannen te worden. Vervolgens ‘vertellen’ de spieren dat Jesse zich soms alleen voelt en verdrietig. ‘Klopt dat? Herken je dat?’ ‘Mwahhh een beetje, ik heb niet zoveel vriendjes’. Dan vraag ik of ik verder mag vragen. Jesse zegt ja en wrijft heel hard in zijn oog. Na verder testen komen we er achter wat er speelt: Jesse mist een gezin. Thuis is hij alleen met zijn moeder en bij zijn vader is hij nu ook alleen. Zijn broer en zus, waar hij een goede band mee heeft zijn inmiddels ook het huis uit. Bij doorvragen aan de spieren blijkt dat het gevoel van ‘alleen voelen en verdrietig’ eigenlijk al begonnen is in mama s buik. Dan leg ik uit dat je als baby, ook al zit in de buik van je moeder, al heel veel weet en kunt voelen. Zullen we eens aan mama vragen hoe het met haar ging toen jij in de buik zat? Jesse s moeder vertelt dat ze heel blij was met Jesse en ook heel druk in haar hoofd. Want ze kreeg een kindje maar papa en zij konden niet gaan samenwonen. Hoe zouden ze dat nu regelen?  ‘Gelukkig heeft papa heel goed meegeholpen en is alles goed gekomen. Maar spannend was het wel’. Wat denk jij wat kan helpen, Jesse? Heb je zelf een idee?’ vraag ik. ‘Ik zou heel graag samen met papa, mama, mijn broer en zus willen ontbijten. Het liefst elke maand een keer’. Voor Jesse dit goed en wel gezegd heeft antwoord zijn moeder al met: ‘Maar dan gaan we dat toch regelen? Ik weet zeker dat papa dit ook een goed plan vindt’.

Via de test vragen we of Jesse nog iets nodig heeft om geen buikpijn meer te hebben. De spieren geven aan dat Jesse de Zeester-oefening kan gebruiken. Deze oefening, afgeleid van de integratie van de Mororeflex  (Mororeflex) geeft rust en zorgt ervoor dat je weer gecenterd raakt, weer verbonden met jezelf. Prikkels die er op je af komen kun je beter verwerken, maar ook de prikkels vanuit je eigen lijf en je eigen gedachten kun je beter filteren.  De zeesteroefening (of navelradiatie) geeft rust in het hele systeem.

Na vier weken hebben we telefonisch contact. Eerst heb ik Jesse aan de lijn. ‘Het gaat zo goed! Ik heb geen buikpijn meer en zondag komt mijn vader voor de tweede keer eten’. Daarna krijg ik moeder aan de lijn die niet alleen beaamt dat het heel goed gaat met Jesse: ze bedankt me en geeft aan dat ze zich heel bewust is geworden dat dit niet het verhaal van Jesse is, maar haar eigen verhaal. Ze weet dat ook zij zich regelmatig alleen voelt en hiermee aan de slag moet.

 

Dit is één van de vele ervaringsverhalen uit mijn (bijna-25 jarige) praktijk. Deze manier van werken, de combinatie van spiertesten, emotionele eerste imprint, bewegen en het brein  is zo mooi. Ik verbaas me nog telkens weer. Wil je dit ook leren? Kijk dan eens op:

Cursus-Kind-in-evenwicht-vierdaagse

Delen op: