kind geeft met haar hand een stopteken

Over grenzen gaan en geen aanrakingen verdragen: De opvangreflex en overprikkeling

Je zoekt de verdediging in de aanval.                                                                                                                              

Tart de grenzen van de ander, en die van jezelf. Dat doe je niet om te overheersen. Het is het bewijs aan jezelf dat je sterk bent. Dat je alles aankunt.

Steeds weer heb je uitdaging nodig. Je spanningsboog is kort. Plaagt je broertje, jengelt bij je ouders.

Voedsel verteren doet je pijn. Net als de kleinste aanrakingen. Je schreeuwt het dan uit. Gilt. Schopt. Dit had je al als baby. Je weigerde de borst, krijste het uit als je werd aangelegd. Je vuistjes gebald, alle spieren gespannen. Heen en weer lopen, terwijl je op en neer werd gewiegd, bracht rust.

Nu zit je in groep 5 en loop je vast op school.  Je concentratie is slecht en je schopt regelmatig ruzie met je vriendjes. Bijna elke dag heb je een gesprek met juf omdat er iets niet goed is gegaan.

Maar je wil niet getroost. Zo lijkt het.

Je opvangreflex is traag. Het is de reflex waarbij je je armen uitstrekt om je op te vangen-waardoor  je lijf en je gezicht te beschermt- wanneer je voorover valt. Het is ook de reflex die leert je lichaamsgrens aan te geven en te voelen, én de grens van de ander te accepteren. De traagheid van de opvangreflex is een aanwijzing dat  je je fort niet kunt verdedigen als ‘de vijand’ er aankomt. Het maakt dat je je onveilig voelt en in de aanval gaat. Door de sterkste te zijn heb je controle over dat wat er gebeurt. Het is een manier om je grenzen te bewaken.

Het maakt dat je ‘vecht’.

Je ouders willen je koesteren, omarmen en troosten. Dit voert bij jou de spanning juist nóg meer op. Aangeraakt worden of getroost, is als die liefdespijl die bij jou recht het hart inkomt en zeer doet. Zo overweldigend is het.

Je snakt naar liefde en weet niet hoe het te ontvangen.

Daarom laat ik jullie stoeien en bewegen. Geef ik oefenvormen mee als opdrukken, en elkaar wegduwen om de opvangreflex te trainen. Laat ik jullie springen op de trampoline, klimmen in de hoogste bomen in het bos en verplicht ik jullie tot een dagelijks kussengevecht. Zo wordt je lijf wakker geschud. Je propriocepsis  -het mechanisme dat je bewust maakt hoe je lijf beweegt, waar je je bevindt in de ruimte en hoeveel kracht je moet zetten om je doel te bereiken- getraind. Het maakt dat je je veiliger voelt in je lijf, omdat je de controle hebt op dat wat er om je heen gebeurt.

Je geniet van het samenzijn. Gaat volledig op in het spel. Je ouders ervaren dat je wel degelijk in staat bent liefde te ontvangen. Begrijpen dat jouw gevoelige zenuwstelsel eerst tot rust gebracht moet worden, juist door het te prikkelen.

Samen werken jullie aan jullie eigen grenzen, fysiek en emotioneel. Het verbindt.

Meer over de-Opvangreflex (uit: Prachtig lastig, reflexpatronen en niet begrepen gedrag

Delen op: