Met je hand op de gesloten deur in je keel volgen je ogen de vingers van mijn rechterhand. Van links naar rechts en weer terug. ‘Zie je het poffertje? Doe de deur maar open. Zie je hoe hij in je buik in glijdt?’ Je slikt. Een glimlach. En? vraag ik. Waar is ‘ie’ nu? ‘Hier’, zeg je, en je wijst een centimeter lager op je keel aan. ‘Ah’, een volgende deur. ‘Ook die gaan we openmaken.’ Zo zakken we beetje voor beetje af. Al gapend en boerend vlieg je met je ogen van links naar rechts achter mijn bewegende vingers aan. Deur voor deur openend, tot het -net alsof-poffertje voor jouw gevoel op de juiste plek in je buik zit.
S avonds bliebt de telefoon. 10 poffertjes gegeten. We zijn zo trots. Dankjewel.
En ik? Het voelt dubbel. Opgelucht dat dit misschien de oplossing is. Je op tijd behoedt voor opname omdat ondergewicht dreigt. Ook voel ik de moedeloosheid. 8 jaar, en bang zijn voor het Corona virus dat op je eten kan springen en je dood maakt.
Er is een groep kinderen die- door welke reden dan ook- al jaren leeft in angst. Ze zijn uitgeput. De manier waarop het Corona virus wordt uitgebeeld -het springt op je- kunnen ze er niet bij hebben. Ook dit is nevenschade.
Kind in evenwicht® #prachtiglastig #emdr Artsen hebben moeite met Corona aanpak, artikel het Parool