Ze zijn een rage op school: de pop-it fidgets. De kleurrijke friemelspeeltjes zouden volgens fabrikanten onder meer helpen tegen stress. Maar hoe zinvol zijn die pop-its eigenlijk?
Tekst Vivian de Gier
‘De broer van mijn vriendin zei dat pop-its voor kinderen zijn met veel stress,’ zegt Jasmijn Fokkinga (9). ‘Dat heb ik zelf niet, ik vind het gewoon lekker om in te knijpen. Het voelt heel lekker. Op school hebben veel kinderen hebben er een, dus onze juf wordt er helemaal gek van, want je hoort de hele tijd plop-plop-plop. Daarom zijn ze nu verboden in onze klas. Maar in de pauze mogen we er wel in knijpen.’
Dat ze niet meer in de klas mogen worden gebruikt, vindt Jasmijn ‘stom’. ‘Als ik heel lang stil moet zitten, dan wil ik graag bewegen en dan is het fijn om aan de pop-it te kunnen friemelen. Ik vind zelf dat ik er rustiger van word. Maar nu heb ik dus niks meer om aan te friemelen.’ Moeder Sandra (48) snapt de aantrekkingskracht van de pop-its wel. ‘Jasmijn heeft bijvoorbeeld een tuinboon waar je dan de boontjes in en uit drukt. Dat voelt wel lekker. Ik zou het denk ik zelf ook wel doen. In elk geval vind ik het véél beter dan dat vieze slijm dat een tijdje hip was.’
Voor kinderen die hyperbeweeglijk zijn of te maken hebben met erg veel stress – bijvoorbeeld door een scheiding of omdat ze gepest worden –, kan een pop-it inderdaad misschien een beetje helpen, denkt pedagoog en leerkracht Ingeborg Dijkstra (50). Op de school in Maastricht waar ze werkt maar ook bij de gezinnen waar ze thuiskomt, ziet ze soms dat kinderen er baat bij hebben. ‘Sommige kinderen bijten op hun nagels of tikken met hun voet, en ik ken een meisje trekt haar wimpers uit haar oog vanwege stress. Het indrukken van zo’n pop-it geeft focus. Het ligt op tafel en ze kunnen gedachteloos de knopjes indrukken. Maar dan heb je het wel over een heel klein groepje kinderen, hoor.’
Gezondheidsclaims als stressvermindering en concentratieverhoging zijn niet goed aan te tonen, zegt ze. ‘Ik heb me erin verdiept en uit onderzoek naar het effect van die speeltjes kwamen geen opzienbarende resultaten naar voren.’
Anders dan bij andere hypes ziet ze dat collega’s de pop-its weleens gebruiken in de klas, als een ‘beloning’ als ze taal- of rekenopdrachten doen of om oefeningen wat leuker en speelser te maken. ‘Dan gebruik je de pop-it bijvoorbeeld als een telraam, en laat je kinderen 2 plus 3 optellen door te ploppen.’ Maar de kinderen de hele tijd maar met zo’n ding in de handen laten zitten, vind Dijkstra niet zo’n goed idee. ‘De hele tijd dat plopgeluid kan sommige kinderen juist ook erg afleiden.’
Kindertherapeut Carla van Wensen (54) ziet dat kinderen er ‘aan’ van gaan en er energie van krijgen. ‘Ze gaan er ook helemaal in op, dus ik heb de indruk dat deze speeltjes de concentratie en focus versterken. Het brein vraagt om ritme, dus het indrukken van die bolletjes geeft in die zin rust aan de hersenen.’ Ook kan ze zich voorstellen dat het een bescheiden bijdrage levert aan de ontwikkeling van de oog-handcoördinatie, de fijne motoriek. ‘Maar naar de bewijzen daarvoor moet je wel hard zoeken.’
Bij Jasmijn prikkelt het speelgoed in elk geval wél de creativiteit: ze maakt ze namelijk ook zelf, met ballonnen gevuld met tandpasta, kiezelsteentjes en rijst. ‘Ik vind het leuk om een nieuwe soort uit te vinden die je niet in de winkel kunt kopen. Niet iedereen doet dat bij ons in de klas, eigenlijk alleen de meisjes.’