Daar zit ik dan. Met gespannen kaken, tranende ogen en een hartslag die giert door mijn keel. Doffe dreunen zijn hoorbaar in het – naar mijn beleving krakkemikkige – vliegtuigje dat mij van Curaçao naar Aruba brengt. De propellers draaien. Het geluid dringt diep door in mijn lijf en geeft paniek. Het maakt dat mijn spieren nog meer spannen. Hemeltjelief, wat ben ik bang. Wanneer het vliegtuig opstijgt verdwijn ik uit mijn lijf. Daarbij zie ik alles, hoor ik alles, merk ik alles op. Het ritme van de motor, iemand die opstaat drie rijen achter mij, een kast boven een stoel die piept. Toch ben ik er niet. Een wonderlijk gevoel. Ik beleef de situatie waarin ik zit alsof ik naar mezelf kijk. Als men mij iets vraagt, antwoord ik terug. Als er een grapje gemaakt wordt, lach ik automatisch mee. Vraag later niet wat er is gezegd of wat er onderweg is gebeurd aan boord. Ik weet het echt niet meer. En mijn ogen? Die blijven staren naar de propellers. ‘Blijf draaien. Blijf alsjeblieft draaien’.
Bij aankomst voel ik me slap, hondsmoe en wil maar één ding: buiten zitten, in de schaduw, uitkijkend over de zee. Even niets. Geen woorden, geen aanrakingen, niet aardig hoeven zijn. Ik sta weer met twee voeten op de grond. Dat voelt veilig. Langzaam zak ik weer terug in mijn lijf. De volgende dag ben ik verkouden en rillerig. Elke spier in mijn lijf doet pijn. Pas na twee dagen ben ik er weer. Ik functioneer.
Dit is de Fear-paralyse reflex. De angst-verlammingsreflex. Deze reflex ontstaat in de vijfde week na de conceptie. Het heeft als doel moeder en kind te beschermen. Wanneer er gevaar dreigt voor de moeder trekt de foetus zich terug. De hartslag vertraagt, net als de bloedcirculatie. Alleen de bloedtoevoer naar de hersenen en het hart blijft intact. Zo ontziet de foetus de moeder, waardoor de overlevingskansen vergroten. Voor beiden.
Een actieve Fear-paralyse reflex maakt dat je ‘bevriest’. Je verlamt of verstart. Het is een overlevingsstrategie waarbij je afstand neemt van dat wat er gebeurt. Je trekt je terug. Zo wordt fysieke pijn, of emotionele pijn, minder voelbaar. Het is een zelfde strategie die de kikker of de pad volgt wanneer er gevaar is. Zij houden zich voor dood in de hoop dat de vijand afdruipt.
Naast de beschermende functie van de reflex is er ook een ontwikkelingsdoel. De Fear -paralyse reflex traint de foetus in het omgaan met prikkels van buiten af. Het maakt dat de foetus leert omgaan met prikkels als licht, geluid en tast. Het zorgt voor een goede prikkelverwerking.
Ontladen
Na de paniek heeft het lichaam tijd nodig om te ontladen van de spanning. Je beeft, beweegt, huilt, praat en denkt erover of ontlaadt via emoties. Je wordt boos, maakt grapjes, krijgt de slappe lach of je moet naar de wc omdat je diarree hebt. Dit zijn gezonde reacties. Na de bevriezing komt het lijf in de vecht-vlucht modus. Dat is nodig op weg naar herstel van de balans. Zo ontstaat er weer beweging waardoor de gebeurtenis verwerkt wordt. – zie ook het Systeem van Porges.
Mijn moeder is eind 1944 geboren in Klundert. Brabant was toen bevrijd op Moerdijk, Klundert en Willemstad na. Daar wordt nog weken hevig gevochten. Deze dorpen, evenals de Moerdijkbrug liggen compleet in puin. De mensen slaan op de vlucht. Ook de arts. Een dappere kraamvrouw blijft bij mijn oma en helpt mijn moeder ter wereld. De doodsangst, het geluid van de bommen, het geschreeuw: het is opgeslagen in elke lichaamscel. Praten over gevoel was in die tijd niet aan de orde. Er is nooit tijd en ruimte geweest om deze gebeurtenis te verwerken. Het maakt dat hard, indringend geluid er nu nog voor zorgt dat het alarmsysteem in werking treedt en de Fear-paralyse geactiveerd wordt. Dat telde voor mijn oma, mijn moeder en nu ook voor mij.
Herinneringen en associaties
Wat er gebeurt (en bij mijn oma gebeurde) is dat onze breinen verkeerde associaties maken.
Alles wat je doet, voelt en meemaakt, wordt vastgelegd in de vorm van een neurologisch pad. Op deze manier creëert het brein geheugen en maakt het herinneringen. Het doel hiervan is om zo soepel mogelijk door het leven te kunnen bewegen. Door het creëren van geheugen hoef je niet steeds opnieuw over alles na te denken. Je doet de meeste dingen als vanzelf, op de automatische piloot.
Emoties en zintuiglijke prikkels komen, nadat ze ieder een verschillend neurologisch spoor hebben gevolgd, op bijna dezelfde plek in het brein aan. Hier worden ze opgeslagen en soms aan elkaar gekoppeld. Dat is meestal handig. Als er iets gebeurt, kunnen prettige zintuiglijke prikkels ervoor zorgen dat het nare gevoel gedempt wordt. Als je je knie stoot, ga je wrijven waardoor de pijn weer zakt. Als je iemand troost, sla je een arm om hem heen, wat letterlijk en figuurlijk steun geeft.
Als dat wat er gebeurt niet verwerkt kan worden, slaat het brein de emoties en de zintuiglijke prikkel op met een negatieve terugkoppeling. Dan kan (bijvoorbeeld) een geur je doen terugdenken aan een gebeurtenis en een emotie oproepen. Ook al ruik je de geur op een heel andere plek en in een heel andere situatie dan het moment dat de associatie is ontstaan. Het brein ziet de geur (de zintuiglijke prikkel) en de emoties als één. Het kan deze niet meer van elkaar scheiden. Ontstaan door de niet-verwerkte gebeurtenis die het brein in de overlevingsstand heeft gezet. ‘Er dreigt gevaar. Ik moet beschermen.’ Deze associaties worden,wanneer de ouder ze niet heeft verwerkt overgedragen op het kind.
In dit geval gaat het om geluid.
Associaties in het brein worden nog niet altijd herkend en zeker niet bij het kind. En dat is jammer. Geboortetrauma’s, stress bij de moeder tijdens de zwangerschap, een vader die niet lekker in zijn vel zit, of voedingsdeficientie bij de moeder kunnen de Fear-paralyse reflex in werking zetten. Als dit gebeurt is elke actie ingegeven vanuit angst. Het kind kan daardoor moeite hebben met nieuwe situaties, past zich moeilijk aan, is moe, onzeker, heeft een fobie, stottert of heeft problemen met het verwerken van prikkels.
Praten helpt niet
Bij paniek sluit het oerbrein de deuren naar de hogere hersendelen waar het logisch denken en redeneren zitten. Praten om het probleem op te lossen helpt niet. Het lijf terugbrengen naar veiligheid wel. Tactiele integratie kan één van de manieren zijn. Door zachte aanrakingen van de huid en bewegingen van gewrichtskapsels en pezen komt het lijf uit de bescherming.
Inmiddels vlieg ik regelmatig. Leuk vind ik het nog niet, zit gespannen in het vliegtuig en de nachten vooraf lig ik wakker. De positieve verandering is dat ik na aankomst direct in staat ben om mezelf te herpakken. Toen ik eenmaal begreep waarom dit gebeurde, kon ik (lichaamsgerichte) stappen gaan zetten. Door daarnaast gesprekken met mijn ouders aan te gaan kreeg de gebeurtenis beeld wat ook bij heeft gedragen aan het begrip, en dus de verwerking.
Het heeft niet alleen mij geholpen. Ook mijn moeder heeft er baat bij gehad. Samen hebben we een vliegreisje gemaakt. Zwetend en al. But: We did it!
Reflexintegratie en Neuro-emotionele integratie. (KIE level 1 en 2)
Carla van Wensen Kind in evenwicht®